Mocht je overwegen ook een ei te leggen in een insectenhotel, dan moet je dit toch eerst even lezen.
Het punt is: bij een bijenhotel ben je vooral geneigd te denken aan vrolijke bijtjes die bloemen bestuiven. Ik wel in elk geval. Maar die hotels trekken ook andere gasten aan, zoals de muurrouwzwever en zelfs omnivoren als koolmezen. En de muurwesp.
Hieronder: Muurswesp Ancistrocerus nigricornis. Nigri (zwart) cornis (hoorn). Vanwege de bijna zwarte antennes.
Muurwesp
Deze muurwesp (Ancistrocerus nigricornis) legt graag eitjes in insectenhotels. Maar: daarbij legt hij geen bolletjes stuifmeel, zoals bijen doen, maar onvolgroeide rupsjes, die hun leven op niet al te prettige wijze beëindigd zien.
Eerst wordt het lichaamsvocht van de rupsen opgezogen, daarna worden de zachte delen opgegeten. De koppen worden overgeslagen of als laatste gegeten. De koppen zijn deels van chitine gemaakt, het materiaal van het skelet van insecten. Niet lekker, te hard.
Hieronder: muntvlindertje. De rupsen moeten vrezen voor de muurwesp.
Goudwesp
Maar ook het leven van de muurwesp gaat niet over rozen. Want de muurwesp wordt vaak nauwlettend in de gaten gehouden door de goudwesp. En díe probeert een ei te leggen in de nestgang van de muurwesp. De larve van de goudwesp wacht tot de larve van de gastheerlarve is volgroeid, en eet die dan op. Maar soms wordt het ei van de gastheer vernietigd en de voedselvoorraad – de rupsjes – opgegeten.
Hieronder: tandgoudwesp.
Zelf een insectenhotel maken?
Een keten van geweld, langzaam sterven en parasitisme dus. Allemaal in dat vrolijke bijenhotel. Terwijl je er naast zit met je boek en je bak koffie.
Nou ja. Mocht je ondanks alles een insectenhotel willen maken (je helpt de natuur in dorp en stad er enorm mee) dan kun je hier kijken hoe. In de zomer kun je er uren naar kijken!
Hieronder: bijenhotel? Horrorhuis!