Hommelkoningin
Ik zat – eind september – in de tuin naar de lucht te kijken toen een zware zoem hier beneden mijn aandacht trok. Ik denk dat ik de grootste hommel zag, die ik ooit heb gezien. Een aardhommelkoningin, onder het stuifmeel.
Hieronder: de hommelkoningin op bijenbrood (tekst gaat verder onder de foto).
Hoe weet een hommel welke bloem reeds bezocht is?
De vraag is niet zo ingewikkeld. Wanneer een insect de nectar uit een bloem zuigt, duurt het even voor de plant de bloem weer met nectar vult. Hoe weet een hommel dat een bloem net bezocht is? Wat je zelf waar kunt nemen is dat ze in elk geval niet alle bloemen controleren; ze slaan de bloemen die zojuist door iemand anders bezocht zijn gewoon over.
Over de aardhommel las ik dat de aardhommel door het klappen van de vleugels een positieve elektrische lading over zich krijgt. Als een hommel een bloem bezoekt, laat de hommel zo een elektrische lading op de bloem achter. Hommels kunnen elektrische signalen oppikken. Mogelijk kunnen ze zo reeds bezochte bloemen te herkennen.
Ik heb een bezwaar tegen die theorie. Er zijn immers meer insecten die bloemen bezoeken. En die laten niet allemaal die lading achter. Geen sluitend antwoord op de vraag aldus.
Er zijn meer theorieën en een jaar of twee geleden las ik er het nodige over, maar wat ik toen vooral heb onthouden is: we weten het gewoon nog niet precies. Deze winter duik ik er maar weer eens in. ‘s Zomers zit ik liever in de tuin beestjes te kijken.
Hieronder: de hommelkoningin op ijzerhard.