In de loop van de tijd ging het hier ook wel eens over taal. Natuurtaal, dat wel: waarom heet een winterkoning zo en waar komt het woord libel vandaan – en wat hebben ze met dat damesblad van doen? Vandaag gaat het ook over taal. En over schadelijke exoten.
Hierboven: nog even en dan is het écht lente. De nachtevening vindt plaats op de 20e van de lentemaand.
Leenwoorden
Taalergernissen: ik heb er regelmatig zwaar onder te lijden. Hoog op de lijst van die ergernissen staan leenwoorden. Nederlands is een mooie taal, maar er sluipen steeds meer lelijke en overbodige leenwoorden in. Schadelijke exoten, gebruikt door mensen wier beheersing van het Nederlands kennelijk tekort schiet of mensen die zich vlotter willen voordoen dan ze zijn.
Taal is levend, jawel, maar dat betekent niet dat je er onzorgvuldig mee hoeft om te gaan. Dat je de blanks in je Nederlands gaat invullen met anglicismen, die je oppikt uit de Amerikaanse televisieseries waarin mooie vlotte mensen rondlopen waaraan je je wil spiegelen. Of zo.
Latinismen
Anglicismen all over the place, maar wat te denken van latinismen? Biologen kunnen er wat van. En we moeten eenduidig zijn: als anglicismen niet door de beugel kunnen, kunnen latinismen dat ook niet.
Qui sine peccato est, primus lapidem mittat. Wie schreef er ook weer over monofyletische groepen, en over zijn eigen fotoperiodiciteit?
Het gaat trouwens al mis bij het begin: natuur. Een latinisme.
Maar hoe noemen we natuur dan in het Nederlands? Ik weet het niet. Er bestaat domweg geen Nederlands woord voor. En dat komt omdat het al heel vroeg uit het Latijn ontleend werd, zó vroeg dat het nog voor ons daadwerkelijke Nederlands gevormd werd er in is geslopen. Suggesties (voorstellen!) zijn welkom.
Lentemaand
Waar maak ik me druk om, het is immers lente. De nachtevening (nee, dat noemen géén equinox meer!) komt er aan, en vanaf dan gaat het alleen maar beter. Meer licht. Sterker nog: de nachtevening heeft vandaag plaats, op 20 maart. Euh: de lentemaand.
Pssst. Leenwoord is ook een leenwoord. Uit het Duits. Tel de anglicismen, gallicismen, germanismen, graecismen en andere leenwoorden in dit stukje. Wie het eerst het goede antwoord noemt, krijgt een moorkop.