Uitgeverij Bruna vroeg me om – wederom – een recensie te schrijven over een boek van Peter Wohlleben. Doe ik! Boeken over natuur vreet ik bij het ontbijt. Nou ja, ik lees in elk geval graag. Hoe meer je weet over de natuur, hoe boeiender ze wordt.
“Liefde, verdriet, empathie (…)”, staat er op de voorkant en daarmee is de toon natuurlijk gezet: net als in het Verborgen leven van bomen gaat het eigenlijk over antropomorfismen: menselijke eigenschappen zien in niet-menselijke organismen. Dieren, deze keer.
In eerste instantie levert dat bij mij wat weerstand op. Maar Wohlleben blijft deze keer wat dichter bij huis. Zo legt hij op eenvoudige wijze uit dat de groeirichting van het haar van dieren vaak dakpansgewijs is, zodat water van bovenaf er makkelijk vanaf loopt. Wind van opzij is lastiger, en daarom schuilen ze als het regent en waait. Ook leuk: Reeën zoeken na een bui een open plek op, omdat vallende druppels vrij hard klinken en zo het goed horen aankomen van predatoren verhinderen. Niks innerlijks dus. Mooi.
Wie op zoek is naar diepere gronden in de ziel van dieren zal in een deel van het boek wellicht teleurgesteld zijn. Maar hier en daar vliegt Wohlleben dan toch uit de bocht. Bijvoorbeeld bij het hoofdstuk over zwermintelligentie bij insecten. Jonge bijen gebruiken de zon als een soort kompas. Met behulp daarvan onthouden ze routes. Dat is bekend. Maar Wohlleben schrijft: “(…) kortom: ze hebben een voorstellig van hoe het er om hen heen uitziet. Daarmee lijken ze wat betreft oriëntering op ons (…)”.
Het feit klopt wel, maar de gevolgtrekking is (te) fantasierijk. Kenmerkend voor de twee boeken die ik nu van Wohlleben gelezen heb.
Wat ik erg waardeer is dat dit boek ook oproept tot wat meer respect of in elk geval consideratie bij de omgang met dieren en natuur. Wohlleben legt uit hoe intelligent varkens zijn, en sluit af met de conclusie dat wie weet hoe dicht het varken bij de mens staat, het de eetlust vergaat als er een stuk varken op zijn bord ligt. We eten immers ook geen primaten. Voer voor een discussie bij een fles bier.
Conclusie
Het innerlijke leven van dieren is een leuk en – juist waar het eigenlijk niet over dat innerlijke leven gaat – leerzaam (ik kom niet op een beter woord) boek. Toegankelijk, met vooral veel leuke en interessante weetjes over dieren. Waar Wohlleben uit de bocht vliegt lees ik zelf dan maar wat sneller door.
Het is natuurlijk ook maar wat je verwacht aan te treffen: in feite is mijn kritiek op dit boek dezelfde als op zijn vorige boek. Dit is een boek van Wohlleben, en die houdt nu eenmaal van antropomorfismen. Maar je hoeft geen boomknuffelaar of gek kattenvrouwtje te zijn om dit boek toch met plezier uit te lezen.
Peter Wohlleben: Het innerlijke leven van dieren. Uitgeverij Bruna.
Ik had dit boek op mijn lijstje staan,maar nog steeds niet gekocht / besteld. Lijkt mij een mooi boek, en nu ik dit berichtje lees denk ik er weer aan,misschien toch eventjes bestellen vanmiddag 🙂