De bijenorchis
Een prachtige plant: de bijenorchis. Het is een orchidee waarvan de onderste lip van de bloem op een bij lijkt. Vandaar de naam, hoewel ik die onderste lip meer op een hommel vind lijken. Die naam is echter bezet: er is al een hommelorchis. Die overigens niet enorm op een hommel lijkt.
Maar tot zover deze verwarring. Nu een ándere verwarring.
Hieronder: De bijenorchis is zo’n soort die uit zuidelijker streken komt, maar inmiddels steeds vaker in ons land gezien wordt. Ongetwijfeld door klimaatverandering, maar in dit geval brengt dat dus iets moois met zich mee. (tekst gaat verder onder de foto).
Voortplanten: geen sinecure
Het eerste dat je meestal leest over de bijenorchis is dat die imitatiebij op de onderste lip dient om mannetjesbijen te lokken (dat heet sexuele mimicry). De mannetjes zouden verleid worden door de aanblik van die dame, de bloem bezoeken, en zo het stuifmeel van de bloem meenemen en verspreiden. Maar het ligt ingewikkelder. In eerste instantie lokt de plant mannetjesbijen met feromonen. De mannetjesbijen worden daardoor aangetrokken tot de plant en pas dichterbij zien ze iets wat op een bij lijkt. Daar proberen ze mee te paren en na korte tijd vertrekken ze. Ongetwijfeld teleurgesteld, maar mét stuifmeel aan hun kop. Vervolgens ruiken ze elders weer een vrouwtje, bezoeken en bestuiven de bloem, enzovoorts enzovoorts.
Maar dat werkt hier in Nederland niet.
Het probleem is dat de bijenorchis zich richt op een specifieke wilde bij: de langhoornbij. Het idee is briljant: de mannetjes komen eerder uit dan de vrouwtjes. Die mannetjes willen paren, maar vinden (nog) geen vrouwtjes. Ze ruiken wel die feromonen en komen zo bij de bijenorchis terecht.
Maar: de tijd tussen het uitkomen van de mannetjes en de vrouwtjes is maar kort. Dus dat bestuiven moet snel gebeuren. En bovendien: de langhoornbij is hier zeer zeldzaam en het gaat niet goed, rode lijst, sterk afgenomen, enzovoorts. Ze worden alleen nog wel eens in het zuidoosten gezien. En om het nóg ingewikkelder te maken lijkt de vliegtijd van de langhoornbij hier (in mei) te vroeg te vallen ten opzichte van de bloeitijd van de bijenorchis (juni). De kans op bestuiving is hier dus heel klein. Bijna nihil.
Hieronder: ik denk toch eerst aan een hommel. (tekst gaat verder onder de foto).
Zelfbestuiving
Maar de bijenorchis kan zichzelf bestuiven! Dat betekent in feite dat de plant zichzelf kan klonen. Op die manier kan een plant als de bijenorchis zichzelf als soort in stand houden en zelfs uitbreiden.
In het Middellandse zeegebied, waar de langhoornbij meer voorkomt en waar de bijenorchis vandaan komt, vindt de bestuiving hoofdzakelijk door bijen plaats. Maar meer naar het noorden komt het vaker neer op zelfbestuiving en gezien het feit dat de langhoornbij alleen nog sporadisch in het zuidoosten voorkomt, kun je stellen dat in de rest van Nederland uitsluitend zelfbestuiving plaatsvindt.
Op zich kan (uitsluitend) zelfbestuiving leiden tot verzwakking van de soort. Aan de andere kant vergroot het dus de overlevingskansen van de soort en kan het de uitbreiding bevorderen. Overigens begreep ik (en dit gaat boven mijn pet) van iemand die ik ken dat er zelfs met zelfbestuiving wél geëvolueerd kan worden. Waarom, en hoe dat werkt? Ik ken mijn beperkingen. Het lukt me nooit om dat correct en coherent te reproduceren.
Tot slot, de vraag die natuurlijk meteen in iedereen opkomt: lijkt die bij van de bijenorchis eigenlijk op de langhoornbij?
Nou, mwah. Ik zou er niet intuinen.
Bronnen:
https://library.wur.nl/ojs/index.php/bijenhouden/article/view/11297
https://wildebijen.nl/gewone_langhoornbij.html
https://www.floravannederland.nl/planten/bijenorchis
https://waarneming.nl/species/24312/