Tja, het lijkt weer prijs: dode zeehonden in Duitsland. In Denemarken, bij Anholt, werden eerder al pakweg 100 dode zeehonden gevonden waarbij men aanvankelijk dacht aan de zeehondenpest (het ‘phocine distemper virus’) – maar autopsie wees uit dat de Deense zeehonden waren gestorven aan een longinfectie als gevolg van een bacterie. Het gaat om kwetsbare en zwakke dieren en niet, in tegenstelling tot de zeehondenpest – om gezonde dieren die sterven.
De zeehondenpest koste eind jaren ’90 en begin ’00 ongeveer de helft van de zeehonden op de Wadden het leven. De populatie is ruimschoots hersteld maar de laatste uitbraak van de zeehondenpest is nu zo lang geleden dat de zeehonden er niet meer immuun voor zijn. Daarom werd een nieuwe uitbraak gevreesd.
De Duitse zeehonden blijken echter geveld door de vogelgriep. Of althans een variant daarvan. Het virus zal Nederlandse zeehonden ook wel bereiken, maar vermoedelijk geen grote gevolgen hebben voor de populatie.
Hierboven: gewone zeehond. zeehonden doen in ondiep water hun staart omhoog omdat ze niet van water houden.
Het roept weer eens de discussie op over het wel of niet redden van zieke of zwakke zeehonden op de Waddenzee. Immers: natuurlijke selectie houdt de soort sterk, het redden van zwakkelingen verzwakt de populatie. Wat mij betreft kan de zeehondenopvang voorlopig op een laag pitje worden gezet: de populatie is gezond en groot.
Dat er af en toe een zieligerd wordt gevonden: tja. Natuurlijke selectie is niet leuk. Verlos het beest uit zijn lijden.
Hierboven: grijze zeehond. Een stuk groter dan de gewone, en overigens veel minder vatbaar voor de zeehondenpest.
De grijze zeehond is bij de verschillende uitbraken van de virussen nauwelijks getroffen. Een theorie is dat dit te maken heeft met zijn dieet: rondvissen zoals makreel en kabeljauw. De gewone zeehond eet meer platvissen. Die bevatten grotere hoeveelheden zware metalen en PCB’s, die de gewone zeehond dus ook binnen krijgt, wat hem vatbaarder maakt voor virussen.
Wij moeten het natuurlijk niet beter willern weten dan de natuur zelf.