De naam alleen al: Het Rietveld. Als je een woord leest, krijg je daar een beeld bij. Bij ‘Rietveld’ denk ik niet aan de opgewaardeerde meubelboer uit de vorige eeuw maar aan libellen, poldervaarten. Rietzangers. Molens!
Hierboven: de Rietveldse molen, Hazerswoude.
Het Rietveld
Om de mooiste natuurfoto’s te maken met je soms wat verder op pad. Ik weet bijvoorbeeld een plek waar ik blauwborsten kan fotograferen. Maar: het is aan de andere kant van de stad. En ook nog eens vlak bij de A12. Dus eerst de hele stad doorfietsen, en dan in de herrie van de A12 gaan staan.
Daar heb ik dus geen zin in. We wonen aan de rand van de stad en ik rij zo naar buiten. Geen blauwborsten, wel libellen, visdieven, rietzangers, noem maar op. En met wat zoeken vast ook wel een blauwborst of twee.
De Rietveldse molen staat op een mooie plek en de weg erheen is leuk om te fietsen. De Rietveldse polder is echt wat het Groene Hart moet zijn: ruimte, groen, water. Ik was er vroeger wel eens, maar vorig jaar fietste ik er voor het eerst heen met Bram (bijna 4) in de fietskar. Onderweg verkopen de boerderijen nog wel eens jam of sap, dus Bram lag op de terugweg te knorren tussen een fles sap en een pot jam.
Hieronder: roofvogels zoals de torenvalk zitten graag op de uitkijk. In de molen die mijn broer beheerde woonde zelfs een kerkuil!
Polder in de tuin
Iedere fotograaf heeft wel een of andere beweegreden, en dat geldt ook voor natuurfotografen. In mijn geval gaat het me om het willen vasthouden van iets moois wat ik gezien heb. Een mooie plek mee naar huis nemen. Een polder in de tuin. Een hommel naast mijn bed. Maar dat kan, verassend genoeg, niet. Zo kwam de camera in beeld. Zo kan het landschap mee naar huis.
En wat die polder in de tuin betreft: we hebben een knotwilg. En een vijver met lelies, gele lis, hoornblad en lisdodde. Én kikkers, libellen en hommels.
Hierboven: de deur uit, een eind fietsen, kop in de zon, en dan dit zien.
Prijsvraag: zoek de tweede molen. Wie de naam van die molen weet te noemen krijgt een moorkop.