Ik was in de polder en hoorde iets. In de verte zag ik wat witte koppen nét boven de dijk uit komen. Kleine zwanen! Ik sloop met bonkend hart dichterbij en richtte mijn camera. Op een stel soepganzen.
Hieronder: soepgans.
Elke winter zie ik ze in de polder, maar nooit veel. In zachte winters zoals die van vorig jaar zit 60% van de wereldpopulatie in Nederland, en naar het schijnt moet je groepen van honderden exemplaren kunnen zien. Ik heb er hier in de buurt nooit meer dan een stuk of 15 bij elkaar gezien.
Het gaat slecht met de kleine zwaan
Net als ganzen houden kleine zwanen van het gras in de Hollandse weilanden, dat immers enorm veel energie levert. Ook al is die energie voor koeien bedoeld.
Toch gaat het slecht met de kleine zwaan. Het aantal zwanen die in Europa overwinteren daalt met circa 1000 vogels per jaar. In 2005 waren er 21.500 kleine zwanen in Europa, dus reken maar uit.
Eten genoeg, zou je denken, dus wat is het probleem?
De afname van kleine zwaan speelt op internationale, nationale en lokale schaal.
Vermoed wordt dat de kleine zwaan gevoelig is voor veranderingen in klimaat, omdat ze een korte broedperiode heeft. En gevoelig is voor veranderingen in landgebruik, vanwege het kleine broedgebied.
Daardoor vindt er onvoldoende reproductie plaats: er worden er minder geboren dan er dood gaan.
Meer vermoedelijke oorzaken:
• Afname kwaliteit broedgebied (o.a. arctische toendra’s
langs de Barentszee) door infrastructuur
• Afname kwaliteit broedgebied door klimaatsverandering
• Botsing hoogspanningskabels
• Botsing windturbines
• Extensivering van graslanden
• Interspecifieke competitie
• Intraspecifieke competitie
• Jacht
• Klimaatsverandering
• Landschappelijke ingrepen waardoor samenhang verloren
gaat tussen slaapplaatsen (bijvoorbeeld Markermeer)
en voedselterreinen (Polder Zeevang).
• Loodvergiftiging
• Olievervuiling
• Suboptimale voedselomstandigheden tijdens trek en op
overwinteringsplaatsen, door verandering in landgebruik
• Verslechterde waterkwaliteit
• (Water)recreatie
• Wisselende weersomstandigheden (o.a. variatie in vorstperiode)
• Ziekten
(Bron)
De Russen moet dus beter voor de toendra zorgen. Probleem is dat Russen grotendeels schijt aan de natuur hebben. Ze dumpen bijvoorbeeld afval van de metaalindustrie op de toendra. Omdat daar toch alleen maar wat nomaden wonen. Zie dat maar eens te veranderen.
Wat wel anders kan zijn bijvoorbeeld die windmolenparken. Windmolens zijn helemaal niet milieuvriendelijk, het rendement is te klein, ze vervuilen de horizon en ze hinderen vogels en vleermuizen. Opzouten met die dingen dus.
Hieronder: wél een kleine zwaan.
Hieronder: bepaald geen hondertallen….
Ik kan me er iets bij voorstellen 😉
Wat jammer dat het ook met de kleine zwaan niet goed gaat ( de zoveelste vogel waarover ik zo’n verontrustend bericht lees). Ik heb ze zelf alleen op afstand gezien in de Oostvaardersplassen en vorig jaar in de Arkemheen polder, in onze Zuid Hollandse polder heb ik ze nog nooit gezien. Het zijn wel prachtige dieren ( net zoals de wilde zwaan, die inmiddels in de Amsterdamse waterleidingduinen zijn aangekomen)…..Ik hoop ze deze winter toch nog een keertje te zien.
groetjes Ghita
Duidelijk. Laten de Russen zich daar maar eens mee bezig houden 😉
Ik heb nog nooit een kleine zwaan gezien (of was me er niet van bewust). Wat erg dat hun soort zo afneemt. Onze ‘vooruitgang’ is dus hun ondergang 🙁
Minder bijzonder maar wel leuk: de witte gans (ik gebruik die andere naam nooit). Ik weet van de ‘overlast’ en dat er zoveel zijn, maar ik heb een enorm zwak voor alles wat gans heet. Behalve de domme gans dan.
Prachtige foto’s weer!
Ja die ganzen vind ik ook best hoor. Ik moest eens over een weggetje waar er een stuk of tien zaten. Mijn vader wachtte in de auto en ik zou de ganzen doen opzouten. Wat hebben we gelachen!