Gisteren zag ik een torenvalk bij ons om de hoek, langs een weg. Opmerkelijk genoeg broedde er vorig jaar een klein stukje verderop een sperwer. Kennelijk zit er soms wat overlap in de territoria van die twee.
Ik vraag me af wat een sperwer doet als hij een torenvalk ziet. Immers pakken sperwers vogels als een houtduif, die groter is dan een torenvalk. En torenvalken zijn niet gespecialiseerd in het grijpen van prooien in de lucht, terwijl een sperwer dat wel is. Aan de andere kant: de meeste roofdieren wagen zich niet aan een prooi die eventueel verwondingen op kan leveren. Mensen kunnen immers naar een ziekenhuis; gewonde dieren gaan langzaam dood.
Het oude liedje
De torenvalk heeft overigens – daar zijn we weer – te lijden onder intensivering van de landbouw (en dat zal niet snel beter worden met de afschaffing van het melkquotum) en de verstedelijking van het land. Al die nieuwe vinexwijken doen veel diersoorten de das om, hoewel dat wellicht veel minder zou zijn als er bij het ontwerpen van die wijken meer oog zou zijn voor de natuur.
En intensivering van landbouw staat sowieso haaks op natuur. Gewoon niet doen. “Maar de centen dan?” zullen de bio-industriële boeren roepen. Tja, boeren die extensiever gaan boeren investeren vaak in verbreding van hun activiteiten: een boerencamping, een winkel aan huis, boerengolf, enzovoorts. Niks mis mee. In elk geval kun je met verbeeldingskracht en visie echt wel iets beters bedenken dan alleen maar intensiveren. Er is met boerenland zoveel mogelijk.
Ook het voor 100% willen benutten van alle (dure) stadsgrond helpt de natuur niet. Ik werkte ooit op een kantoor, dat grensde aan een braakliggend terrein. Vanaf de bovenste verdieping zat ik met een bak koffie de valk te bekijken, die zo ongeveer op ooghoogte aan het bidden was. Prachtig. Maar nu staat er een gebouw.
Nestkasten
Over oude liedjes gesproken: in plaats van “Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbidan uue nu?” denk ik meestal “Hebban olla uogala nestkast?”. Zeker wanneer ik een nestkast zie.
Valken nestelen graag in die hoge nestkasten op palen. Je kunt makkelijk zien of zo’n nestkast in gebruik is aan de valkenpoep bij de ingang.
Hierboven: Hebban olla uogala nestkast? Als je die jongen ziet kun je je haast niet voorstellen dat ze zullen opgroeien tot ranke jagers met scherpzinnige blikken.
Hieronder: ik was te laat.
Hieronder: ik weet nog precies wat voor weer het was: het vroor flink en mijn handen deden pijn bij het fotograferen. Geen fijne fietstocht. Maar wel een valk goed kunnen observeren! Ik stond achter een dikke populier, en de valk had alleen oog voor de prooi.
Mooie serie foto’s van de torenvalk. De laatste is echt geweldig, mooi in het licht. Ook de twee kleintjes zijn leuk zo samen in de nestkast.
Dat gedichtje herinner ik mij nog van school, literatuurgeschiedenis, we moesten het vertalen/ betekenis verklaren.
jammer dat de natuur (en de vogels) steeds meer in de verdrukking komen hier in de randstad.
gr. Ghita