Omdat het te koud is in hun broedgebieden komen veel trekvogels onze kant op. Ik ben daar jaloers op. Ik vind het hier te koud en zou graag naar warmere streken trekken. Maar ík kan dat pas als ik met pensioen ga. Over een jaar of 80.
Hieronder: drie maal goudplevieren. Geen broedvogel meer in ons land.
Vogeltrek
Vogels zijn vrij. Aan de andere kant: die vogels krijgen als ze niet oppassen een schot hagel in hun achterwerk, worden gegrepen door een rover of knallen tegen een raam.
Vrij? Ze zijn gevangenen van hun instinct. Straks moeten ze van dat instinct weer terug naar Siberië en dat soort oorden. Plekken waar Stalin lastige mensen heen liet sturen. Laat maar. Ik kijk wel.
Hieronder: ik heb het geprobeerd. Maar de wulp kreeg ik niet in het licht op de foto.
Hieronder: drukke boel met heul veul trekvogels.
Lauwersmeer
We waren een weekeinde in het Noorden. In het Lauwersmeergebied broedt daar de zeearend. Maar ik heb er daar nog nooit een gezien. Voor zeearenden moet je tegenwoordig kennelijk in Zoetermeer zijn.
Nu was ik er met mijn vrouw en mijn zoon, dus erg veel tijd om foto’s te maken had ik niet. Maar sowieso: wat is het er mooi en ruim. En als er dan een wolk goudplevieren over waait, dan ben je heel even weg van alles, gewoon onder de indruk van het moment.
In het raamkozijn van de slaapkamer van ons vakantiehuisje zag ik keutels liggen. Later – thuis – kwam ik erachter dat ze van de ruige dwergvleermuis waren. Ik had alleen maar mijn hoofd uit het raam hoeven steken – met mijn camera – en ik had ze op de foto kunnen zetten.
Op Schiermonnikoog was het koud en winderig. Slecht weer om trekvogels te bekijken. Ik heb bedacht dat ik heel snel weer eens terug ga in een weekeinde, wanneer er goed weer wordt voorspeld. Dan maar even wat kilometers maken en een overnachting pakken.
Hieronder: kleine zwanen. Ook weer in ons land te bewonderen.