Een blik in mijn portfolio doet vermoeden dat de vroege glazenmaker mijn favoriete libel is. Het zit echter anders. Eigenlijk wilde ik visdieven fotograferen, maar die hadden er geen zin in. Langs dezelfde slootkant zag ik een vroege glazenmaker jagen. En ik stond daar met mijn camera.
Natuurlijk was het niet zo dat ik de libel zag en klik deed, en weer weg ging. Zo werkt natuurfotografie meestal niet. Ik stond daar dus een heel tijdje, en vroeg me ondertussen af waarom die libel eigenlijk vroege glazenmaker heet. Vroeg, ja logisch, het is zo’n beetje de vroegste glazenmaker. Maar waarom glazenmaker?
De etymologie van de odonata roept sowieso veel vragen op (hoewel de latijnse namen vaak eenvoudig te verklaren zijn). Vooral de herkomst van de Nederlandse namen is vaak niet makkelijk te herkennen. Maar ik heb het uitgezocht.
Libellen
Eerst een stap terug. Waarom heten die lui om te beginnen ‘libellen’? Het heeft te maken met de waterpas. Hoofdschuldige is veelpleger Linnaeus (1707-1778), die libellula hanteerde maar geen verklaring gaf voor de keuze van dat woord. Als aanduiding voor een insect was het woord echter al in 1558 geïntroduceerd door de Fransman Rondelet (1507-1566) in zijn boek Histoire entière des poissons; hij gaf de naam libellula fluviatilis, ‘rivierwaterpas’, aan de larve van een bepaalde juffersoort, die de lichaamsbouw had van de Zygaena of Libella, een zeevis met de T-vorm van een toenmalige waterpas.
Taalergernis
Het enkelvoud van libellen is natuurlijk libel en geen libelle. Dat is een damesblad. Wat men bij de redactie van de Libelle waarschijnlijk níet weet is dat het woord libelle in de 15e eeuw de betekenis had van smaadschrift, of ‘geschrift met de eis van de aanklager’. Ergens lezen we in 1488 over ‘famose libellen, lasterlijke pamfletten’ en ‘alderhande ergerlijcke Libellen’. Die betekenis is waarschijnlijk ontleend aan het latijnse libellus, dat smaadschrift of aanklacht betekent, of wellicht uit het Frans, waar in de tweede helft van de 15e eeuw het woord libelle ook deze betekenis kreeg.
Misschien moet ik binnenkort de Libelle voor het bovenstaande waarschuwen. Dit kan tot allerlei misverstanden kan leiden.
Glazenmaker
Het is simpel. De naam is oud-Nederlands. Oud, uit de tijd dat glazenmakers (de werklui) nog glas in een raamwerk van latten op de rug droegen waardoor het de vleugels van een libel leken. Of omgekeerd.
Ik laat de zondige lezer nu graag achter met het volgende, dat ik tegenkwam bij mijn zoektocht naar de herkomst van het woord glazenmaker (de zoektocht die heel teleurstellend zijn conclusie gewoon vond op Wikipedia). Ter overdenking.
Snijd de ruit
Zuiver uit,
En het glas
Wel van pas,
Juist en net
Ingezet,
Dat het licht
Voor ‘t gezigt
Al den dag
Schijnen mag.
Maar vooral, o Jeugd!
Zoek het licht der deugd
Bronnen:
Je hebt die vliegende glazenmaker er perfect op staan, ik heb het nog niet voor elkaar gekregen, meestal issie dan al uit beeld of heb ik een halve libel of een onscherpe.
Je verhaal erbij over de naam van het beestje is weer erg leuk om te lezen.
groetjes Ghita
Oh nu weet ik direct welke libel ik op de foto heb gezet 🙂 Ook niet even. Zo werkt dat niet in de natuur. En toch ben je weer afhankelijk van dat wat net voor je lens verschijnt. Dat maakt fotograferen in de natuur zo mooi hè.
Wat een prachtige foto’s! En dank je wel voor de bijbehorende info. Weer iets wijzer.
Groetjes, Marjon.
Knap staaltje fotografie, Dolf. Uit ervaring weet ik dat het niet zomaar even “KNIP” is en klaar…… Uren en uren geduld zitten er ook van mij al in dat soort projecten en soms heb je dan nog niets toonbaars. Interessante info. Groetjes, Joke
Ben meer een margriet- dan libelleman.
Geeft niks Ruud.
ik vind de glazenmaker dit jaar anders rijkelijk laat
Komt door het weer. Alles was wat later. De vuurjuffers kwamen hier een paar weken later dan vorig jaar de vijver uit.